AcceptEasy Blog

Identity for IoT is voorwaardelijk voor een goede gebruikservaring

Written by Jeroen Dekker | Mar 17, 2017 7:00:00 AM

Er verandert iets fundamenteels aan het wereldwijde web. Sinds kort zitten er meer apparaten op internet dan er mensen zijn. Dit toekomstige Internet of Things (IoT) voorspelt veel gemak en welvaartswinst. Maar ondanks de belangstelling voor IoT kunnen nog maar weinig bedrijven concrete successen laten zien. Hoe dat komt vragen we aan Douwe Lycklama. Douwe is medeoprichter van Innopay, een consultancy firma gespecialiseerd in betalen, digitale identiteit en e-business.

Waar staan we op dit moment met Internet of Things?

Er zijn anno 2017 al heel veel apparaten permanent of tijdelijk met het internet verbonden. Consumenten zien dat steeds meer onder meer poetsgedrag in kaart brengende tandenborstels, op afstand bedienbare lampen, koffiemachines die 'connected’ zijn om de voorkeur van kantoormedewerkers te herkennen en onderling communicerende auto's. Bij B2B-bedrijven ligt op dit moment de nadruk op track & trace, bijvoorbeeld om diefstal van dure apparaten te voorkomen, en predictive maintenance (voorspellend onderhoud). B2C-ondernemingen gebruiken Internet of Things (IoT) vooral als middel om klantgedrag in kaart te brengen en nieuwe producten en diensten te ontwikkelen.

Dat klinkt niet echt als de 'vierde industriële revolutie' die ons wordt voorgespiegeld.

Van de overgrote meerderheid van de circa 8 miljard connected apparaten van dit moment kun je niet zeggen dat ze hun omgeving in zich opnemen, of met wie of wat dan ook op eigen houtje een communicatie starten. De apparaten zijn dan wel in de meerderheid op het internet, maar er is nog geen sprake van een Internet der Dingen.

"Facturering wordt een uitdaging
in het Internet der Dingen tijdperk."

Wat moet er volgens jou gebeuren om IoT tot een succes te maken?

Business analytics software-ontwikkelaar SAS deed onderzoek onder bedrijven naar de verwachtingen van early adopters van IoT-toepassingen. Daaruit blijkt dat bedrijven realtime data-analyse als grootste uitdaging zien. Data verzamelen is één ding. Maar als je ze niet uitnut dan vormen ze eerder een belemmering dan een oplossing. Beveiliging vormt een ander, bekend probleempunt. IoT-devices blijken gemakkelijk 'passief' plat te leggen met DDOS-aanvallen of 'actief' over te nemen via hacking. Je moet er niet aan denken dat een zelfsturende vrachtwagen een speeltuin binnenrijdt; al dan niet met opzet. Een wat minder in het oog springende maar niet minder grote uitdaging, is de facturering. Al die IoT-diensten moeten op een gegeven moment toch bij de consument in rekening worden gebracht. En dat is iets waar nog maar weinig bedrijven over hebben nagedacht. IoT is in feite een onderdeel van de subscription economy, waarbij veel B2B-bedrijven opeens een relatie met de eindklant krijgen en zich dus moeten gaan gedragen als een B2C-onderneming.

Dit lijken allemaal technisch overkomelijke punten. Maar de hamvraag is: hoe verover je het hart van de consument?

IoT-apparaten zijn in feite dienstenverleners. En het Internet of Things is een Internet of Services. Om van die diensten gebruik te maken, ontwikkelen fabrikanten nu allemaal hun eigen platform waar je als consument op moet inloggen. Wil je weten wat je Miele-wasmachine je vertelt, dan moet je naar een platform van Miele. Maar als je met je Samsung-droger wil praten, moet je naar een website van Samsung. "Deze platformversnippering hebben we al eens gezien in het betaalverkeer. Nog niet zo lang geleden hadden de grote banken elk hun eigen elektronische betaalplatform: ING WaytoPay, ABN Amro e-Wallet en Rabo Direct Betalen. iDEAL heeft deze rol in ijltempo overgenomen nadat banken besloten hadden een eind te maken aan de fragmentatie voor kopers en verkopers. In het Internet der Dingen moet er dus een persoonlijke identiteit komen waar je je persoonlijke IoT devices aan kunt hangen, ofwel een IDIoT: IDentity for the Internet of Things. Een term bedacht door blogger Dave Birch. Je wilt niet allerlei identiteit moeten onderhouden op verschillende platforms. Ook kan hiermee de veiligheid van het Internet of Things verder geborgd worden.

"Het is wachten op de IDentity for the Internet of Things."

En als we dan zo'n IDIot hebben, zijn we er dan?

De laatste drempel die geslecht moet worden, is die van bereikbaarheid en vindbaarheid van gemeenschappelijk apparaten. Denk bijvoorbeeld aan een installatie met verkeerslichten. Een gebruiker zal via een soort zoekmachine willen achterhalen waar zo'n ding zich bevindt en in welke toestand het verkeert. Je kunt hier de parallel trekken met de opkomst van Google. Vijftien jaar geleden waren je zoekresultaten op internet hooguit matig. En kijk eens waar we nu staan.

Chief IoT Officer
De Chief Digital Officer was een trend in 2016, maar er is nu volgens computerfabrikant DELL een new kid on the block: de Chief IoT Officer. De overeenkomst tussen beide is dat ze de kloof tussen de bedrijfsactiviteiten en IT moeten overbruggen. De Chief IoT Officer gaat een brug vormen tussen iedereen in de organisatie: van facility-managers tot CIO’s en van IT-managers tot CEO’s. "De Chief IoT Officer zal als change agent verantwoordelijk zijn om het bedrijf door de vierde industriële revolutie te loodsen", aldus Dell.